Toernooireglement

Index  < Vorige  Volgende >

Wijzigingen voorbehouden!

  1. Schaakregels; De FIDE-Regels voor het Schaakspel geldend vanaf 1 januari 2018 zijn van toepassing, tenzij dit reglement anders beslist. De regels voor rapidschaak zijn van toepassing, artikel A.4 geldt. Appendix III (versneld beëindigen) geldt niet.
  2. Speeltempo; Het speeltempo is 25 minuten p.p. voor de gehele partij.
  3. Verzuimtijd; De verzuimtijd is 25 minuten. (Indien een speler meer dan 25 minuten na het van te voren vastgestelde aanvangstijdstip van de zitting voor het eerst aan het bord verschijnt dan kan de arbiter de partij voor die speler verloren verklaren.)
  4. Computers; Aan het toernooi doen buiten mededinging schaakcomputers mee. Deze komen niet in aanmerking voor prijzen. Resultaten behaald tegen computers tellen wél mee in de eindstand.
  5. Indeling; Er worden zeven ronden gespeeld volgens Zwitsers systeem, ingedeeld op rating. Computers kunnen niet tegen elkaar worden ingedeeld.
  6. Eindstand; Bij gelijk eindigen wordt de volgorde in de eindstand bepaald door achtereenvolgens:
    1. weerstandspunten
    2. de Sonnenborn-Berger-score
    3. loting
  7. Prijzen; Geldprijzen voor de hoogst geëindigde spelers worden bij gelijk eindigen (in punten) gedeeld. N.B. Het staat de organisatie vrij om extra prijzen (zoals ratingprijzen) uit te reiken, waarvoor deze regel in beginsel niet geldt.
  8. Beroep; indien een speler het niet eens is met een beslissing van een arbiter, is het mogelijk hiertegen te protesteren, mits direct mondeling en binnen 30 minuten schriftelijk bij het organisatiecomité, dat bindend uitspraak doet.
  9. Mobiele telefoons; Tijdens de wedstrijd is het een speler verboden om een ingeschakelde mobiele telefoon of ander elektronische hulpmiddel bij zich te dragen. De arbiter heeft het recht te onderzoeken of het apparaat aanstaat. Als een dergelijk apparaat, zonder toestemming van de arbiter, aan staat, dan verliest die speler de partij, tenzij de arbiter anders beslist.
  10. Onvoorzien; In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het organisatiecomité.

Aanhangsel: partijen tegen computer

Voor partijen die tegen een computer gespeeld worden, gelden de volgende aanvullende bepalingen:

  1. Speelbord en operator; Er wordt gespeeld op een gewoon speelbord. Een operator voert de menselijke zetten uit op de computer, en de door de computer voorgestelde zetten op het speelbord. De operator wordt beschouwd als de “speler” in de zin van het FIDE-reglement, de computer is een hulpmiddel.
  2. Gewone bord is leidend; De stelling op het gewone speelbord is leidend. Mocht de stelling op de computer hiervan afwijken, dan is dat een probleem voor de operator.
  3. Geen aanraken is zetten; Artikel 4.3 “Aanraken is zetten” geldt niet voor zowel de operator als de menselijke speler. Een zet is definitief als de klok is ingedrukt.
  4. Zetherhaling / 50 zetten; Als de computer aangeeft dat het remise is vanwege driemaal dezelfde stelling of de 50 zetten-regel, wordt dit beschouwd als een correcte claim, tenzij deze aantoonbaar onjuist is (bijvoorbeeld als de bordstelling en computer-stelling verschillen).
  5. Remise-claim; Aanhangsel III.5 geldt voor beide spelers. Dat wil zeggen, een speler kan remise claimen als hij minder dan 2 minuten op zijn klok heeft, en de tegenstander niet kan c.q. probeert op een normale manier te winnen.
  6. Operators; Operators mogen elkaar ondersteunen c.q. elkaars taken overnemen, met inachtneming van normale gedragsregels.
  7. Bedenktijd computer; De computers staan ingesteld op minder dan 25 minuten bedenktijd, de resterende tijd is voor de operator om de zetten te kunnen uitvoeren.