Andere tijden schaak (4)

2021-09-05

Index  < Vorige  Volgende >

door Henk Vedder

In Andere Tijden Schaak deze keer Joshua Waitzkin, een voormalige en/of destijds toekomstige wereldkampioen.

Een bijzonder onderwerp is dat van de voormalige en/of destijds toekomstige wereldkampioenen met wie ik de degens gekruist heb. De tussenstand staat op 17 en mijn score is bepaald redelijk. Tussenstand, want onlangs werd ik nog gewezen op een wereldkampioen die ik niet zag aankomen en tegen wie ik toch een nederlaag mocht noteren. Maar om een tipje van de sluier op te lichten: Pas ‘onlangs’ ben ik op achterstand gebracht door nederlagen tegen de voormalige wereldkampioenen Sjirov en Leko. Een wereldkampioen is een wereldkampioen en daarom vind ik dit een mooi bijzonder onderwerp. Eén nederlaag heb ik met enige moeite uit deze collectie weggelaten. Op 31 maart 1989, nog ongeslagen en in de race voor de jeugdtitel, werd ik in de achtste ronde hardhandig verslagen door Simon de Wijs. De Wijs werd in 2011 namens Nederland wereldkampioen met het Nederlandse bridgeteam. Daar ligt echter wel een grens. Ik kan dat allemaal onmogelijk nagaan, of wereldkampioenen in een wereldkampioenschapsteam (een land vertegenwoordigend) hebben gezeten. Ik kon geen titel vinden met een vaste bridgepartner, maar ik hoop hem ooit nog toe te kunnen voegen.

Josh Waitzkin werd wel wereldkampioen, zij het niet in schaken. Dit Amerikaanse voormalige wonderkind spitste zich nadat hij op het schaken was uitgekeken toe op de gevechtskunsten. In Taiji Push hands (Taiji Tui Shou) werd hij in 2004 wereldkampioen, zie ook een leuk artikel van Tim Krabbe op zijn website. In mijn lijst toekomstige en/of voormalige wereldkampioenen staan er op dit moment twee die wereldkampioen werden in iets anders dan schaken. Joshua Waitzkin vormt daarvan de helft.

Plaats van handeling was het jeugdwereldkampioenschap schaken te Calicut, India. Om de Britse banden te doen vergeten heet de stad tegenwoordig Kozhikode. Youtubefilmpjes verraden nog dezelfde levendigheid van destijds.

De wereldtitel kon ik uit mijn hoofd zetten. Met 6 uit 9 en een tweede plaats wierpen twee achtereenvolgende nederlagen na de tweede rustdag mij terug in het klassement. Er was echter nog steeds uitzicht op een meesternorm. Als ik het me goed herinner was dit jeugdwereldkampioenschap het eerste waar de wereldkampioen direct tot grootmeester zou worden benoemd. Na negen ronden was mijn tweede meesternorm ‘ruimschoots’ een feit. Het was mogelijk om tussentijds je norm te claimen, maar dan kwam je daarna niet meer in aanmerking voor bijvoorbeeld een dertienrondennorm, het zou dan een negenrondennorm blijven. Die mogelijkheid was min of meer rond deze tijd ontstaan. De arbiter wilde er echter niets van weten. De organisator was ook een beroemde: PT Umer Koya. Te Hilversum deelde mijn Australische clubgenoot Ian Rogers me mee dat het maar beter zou zijn dat betrokkene niet zou oversteken als de overigens zeer sympatieke en humoristische Ian achter het stuur van een auto zat. Kortom, bij niemand kon ik terecht. De later als secondant beroemd geworden Deen Peter Heine Nielsen adviseerde me nog om FIDE president Campomanes aan te spreken. Iets wat ik overigens niet gedaan heb.

Geen norm dus, geen titel, maar dat zou er nog in zitten als ik van het wonderkind zou kunnen winnen. Zijn handelsmerk was de ruilvariant van het Frans, met wit. En daarin was hij gevaarlijk. Altijd van dichtbij gevolgd door vader Fred Waitzkin, die in 1988 een boek had geschreven over zijn zoon. Een boek dat werd verfilmd: Searching for Bobby Fischer. Aan het einde van dit toernooi zou Joshua 17 worden, nog altijd jong en hij zou dat jaar (1993) nog als Internationaal Meester benoemd worden, maar het was ook wel duidelijk dat het ook weer niet zo’n wonderkind was, althans niet qua schaken. Cracks als Kramnik en Polgar deden bijvoorbeeld niet eens mee en die mogen we toch als grotere talenten beschouwen.

Ronde 12 dus: Waitzkin – Vedder. Het zou een ruilvariant worden en Richard (het werd mijn enige toernooi ooit met een secondant!) had een boekje van Short bij zich waarmee we mij wellicht wat konden voorbereiden. In dit artikel, waarop ik gereageerd heb, wordt duidelijk dat Waitzkin succes had met zijn ruilvariant.

Tegenover mij bevond zich een ultra energiek manneke, ik zou willen zeggen een echte Amerikaan. Dat hij andere manieren vond om zijn energie in kwijt te kunnen, verbaast me niet, ook niet dat hij daarin erg goed is geworden. Hier nog weer een aardig filmpje met Josh aan het woord: https://www.youtube.com/watch?v=lj1gxz5puaQ

Geen meesternorm dus, wel nog vermakelijk geanalyseerd. Er kwamen alleen maar superlatieven uit zijn mond. Josh stopte met schaken. In 1996 kwam hij nog naar Amsterdam, de Donner memorial, om mijn broer te verslaan. Ik stuitte nog op een filmpje waaruit blijkt dat dit indruk heeft gemaakt op Josh: https://www.youtube.com/watch?v=hpTukCNkcmw

Net gepubliceerd, je zou bijna denken dat Waitzkin zich weer met schaken bezig houdt, nadat hij enige tijd geleden een succesvol boek had gepubliceerd: The art of learning.