door Henk Vedder
In Andere Tijden Schaak deze keer ‘Het mysterie van het vrijwel lege schaaknotatieboekje’. Bijna leeg, een geheel leeg notatieboekje is zo bijzonder niet. In dit fonkelnieuwe Interpolis notatieboekje staat de aankondiging van de partij tegen Dr. R.W. van der Waall, te spelen in de interne competitie van het Hilversumse HSG.
Een aankondiging inderdaad, want zetten zijn er verder niet genoteerd. Hoe kan dit? Waar gaat dit over? Veel meer informatie is er niet, behalve dan dat de partij op 16 december 1993 zich zou moeten hebben afgespeeld. Ik nam me voor om uit te zoeken wat er zich op deze donderdagavond zou kunnen hebben afgespeeld. Maar al snel kwam ik er achter dat het iets van de lange adem zou moeten gaan worden. Zoveel documentatie, zoveel papier, daartussen kan ik wel op zoek gaan naar iets, maar de kans was natuurlijk groot dat ik nooit iets zou vinden. En hoe lang zoek je dan?
Het was nog geen twee weken nadat Richard en ik waren thuisgekomen uit India, waar zich het jeugdwereldkampioenschap had afgespeeld. Had dat er dan iets mee te maken? Of kwam mijn tegenstander misschien eenvoudigweg niet opdagen?
Dat laatste leek toch wel uitgesloten. Rob van der Waall staat bekend als een groot schaakliefhebber en briljant wiskundige. Bij zijn promotie verdedigde hij de stelling dat het Siciliaans niet speelbaar is voor zwart. En volgens Johan Hut stond hij in een prestigieuze verzameling ‘Who is who of intellectuals’ prominent vermeld met meerdere door hem bedachte wiskundigheden. In Mat in de Mediastad maakt interviewer Huib Jochems melding van de vele publicaties die Van der Waall op zijn naam heeft https://www.matindemediastad.nl/hoofdstuk-47-interview-met-rob-van-der-waall/
Die kwam niet zomaar niet opdagen, bepaald ook geen verstrooide prefesser en er was toch ook niks vreselijks gebeurd. Gelukkig maar. Was ik er dan zelf niet? Beetje vreemd om dan wat in te vullen op het notatiebiljet. Toch ligt dit dichter bij de waarheid.
Zonder het te beseffen, had ik een deel van het mysterie al lang in mijn computer ingevoerd. Maar op dat moment zei 16 december 1993 me even helemaal niets. Totdat ik weer eens een clubbladbladeravondje had. Vele mooie dikke clubbladen heeft HSG door de jaren heen afgedrukt, maar net toen ik door een dunne editie bladerde, zag ik plots mijn naam staan. En die van Richard!
Er stonden vier vreemdelingen uit Lisse in de aula van het Groot Goylant, waar de krantenknipsels over het WK jeugd en de strijd om de Europacup nog op het prikbord hingen. Ze vertelden dat ze deze avond een bekerwedstrijd moesten spelen tegen HSG. Teamcaptain Jan Stomphorst schrok zich het apelazarus. Wat was hier aan de hand? Hij was het stikvergeten. Hoe kan dat?
Welnu, Stomphorst was de periode voorafgaand aan de bekerwedstrijd nogal druk geweest. In de voorbereidingen op het WK jeugd had hij zich al ingespannen door onder andere de reis te boeken. Met name de organisatie van het toernooi om de Europacup had hem de bekerwedstrijd totaal doen vergeten. Zie hier ook een leuk item over het interview dat Bert-Jan van Oel met Karpov had https://www.matindemediastad.nl/hoofdstuk-55-eerst-die-meneer-daar/. Zoveel grote namen, zoveel wensen. En dan belt er iemand op dat er nog gebekerd moet worden. Waren Richard en ik wekelijks op de clubavond geweest, dan had hij het misschien nog wel even gemeld, of ik had er naar gevraagd. Wanneer bekeren we weer? Maar ik was er al ruim een maand niet meer geweest. Na het WK wachtte meteen het integratieschaaktoernooi te Spijkenisse.
Het resultaat was dat Paul Boersma van de tweezits werd gebeld en de Henken en de Vedders achter hun bord vandaan werden getrokken om er nog maar het beste van te maken. Ik kreeg een oude bekende tegenover me, die ik nog kende van de eerste jeugdkampioenschappen, zo richting het einde van de jaren 80. Met een mooie overgang naar een onderwerp dat nog wel vaker ter sprake zal komen: Het Schara-Von Hennig-gambiet.
Richard Godijn – Henk Vedder
KNSB beker Hilversum (1), 16.12.1993 HSG - Lisse
1.d4 d5 2.c4 e6 3.Pc3 c5 4.cxd5 cxd4 5.Da4+ Ld7 6.Dxd4 exd5 7.Dxd5 Pc6 8.Pf3 Pf6 9.Dd1 Lc5 10.e3 De7 11.Le2 0–0 Ooit begon ik het avontuur met dit gambiet door hier 0–0–0 te spelen, maar na een nare ervaring met zwart op het NK jeugd en een nare ervaring met wit op een trainingskamp, maakte ik de switch naar korte rochade.
12.0–0 Tad8 13.a3 Tfe8 14.b4 Ld6 15.Dc2 Pe5 Van deze opening heb ik veel geleerd. Het dwingt je te schaken. Wit heeft een pion meer en geen zwaktes en een stevig vertoeven op veld d4. Stukken klaarzetten, e3–e4 toch het liefst verhinderen en mikken op een koningsaanval. Dus eerst maar de ruil van het verdedigende paard.
16.Pd4 Lb8 17.Td1 Tc8 18.Db3 Peg4 Het gelazer begint al. Wit moet wat doen aan de aanval op h2, maar er dreigt ook Pxf2 Kxf2 Txc3!
19.Lxg4 Lxg4 20.Td3 Ted8 Zwart heeft alles mooi staan, maar wit heeft nog steeds geen echte verzwakkingen, al zouden die stilaan best uitgelokt kunnen worden. Je kan ook blunderen zonder dat er iets uitgelokt wordt: 21.f4 Lxf4 Een ondersterijgrapje! 22.h3 Txd4 En nog een grapje!
23.Pd5 Pxd5 24.Txd4 Txc1+ Dit soort geweld kwam veelvuldig voor in de oude Schara's. 25.Txc1 Lxe3+ 26.Kh1 Lxd4 27.Dxd5 Lb6 Het past allemaal net, de aangevallen loper op g4 dekt c8 en kan wegens mat ook niet genomen worden.
28.Dc4 Le6 29.De4 Dd7 30.Te1 h6 31.a4 Dxa4 32.Dxb7 Dxb4 En wit vond het wel genoeg geweest. 0–1
Lisse kwam er niet aan te pas. Het werd een overtuigende overwinning voor weliswaar op papier het favoriete maar toch totaal onvoorbereide team.
De partij in de viewer: