Uit de oude doos: wat waar is en niet te geloven

2020-10-18

Index  < Vorige  Volgende >

 

WAT WAAR IS EN NIET TE GELOVEN

 

--------verloren van Dick----------- door Jaap Dros

Het is waar dat ik na mijn fraaie zege op Krommenie's eerste bordspeler Simon Groot ( rating 2070) in onze laatste bondswedstrijd op 24 maart in een enigszins euforische stemming verkeerde.
En natuurlijk denkt de argeloze clubschaker dan in bloedvorm te verkeren.
En vanzelfsprekend installeert hij zich dan twee dagen later uiterst relaxed tegenover een tegenstander met zo'n 300 ratingpunten minder als betreft het hier een plichtmatig nummer dat even afgewerkt moet worden.
En verwacht hij dan dat varkentje wel even te wassen als zijn tegenstander Dick van Barneveld is.
Ik wist dan ook nog net de vraag: "Shampoo, Dick?" binnensmonds te houden en begon opgewekt aan het treffen met de man die nu al weer enkele jaren in de En Passant-gelederen meedraait, maar die al die tijd nog nimmer in staat bleek zelfs een benauwde remise tegen mij op het droge te trekken.
Dick, die in de loop der tijd alle En Passantcoryfeeën wel een keer te pakken heeft genomen - b e h a l v e  m i j - had het er vaak over de vele keren dat ik bij hem thuis zit te vluggeren. Hoe hij mij zou bestrijden in onze volgende ontmoeting, dat hij een bepaalde opening zou bestuderen (ha!ha!), dat hij nu eindelijk zijn gram zou gaan halen en de Texelse schaakwereld in verrukking zou brengen met zijn flitsende spel en meer van dat soort kolder.
Wat was het altijd lekker om dan rustig sprekend aan Dick uit te leggen dat zijn streven weliswaar nobel was, maar dat hij diep in zijn hart toch ook wel wist dat wij twee spelers van een volstrekt andere klasse zijn en dat het daarom niet zo vreemd was dat hij nog nooit zelfs maar een halfje tegen mij had kunnen scoren.
En hoe meer ik hem dit trachtte duidelijk te maken, hoe luider hij begon te zwatelen: "I am the Magnificent, double u O O O….", waarop ik dan snedig kon riposteren dat hij inderdaad het afgelopen seizoen een (drie)dubbele nul tegen mij had gescoord.
En meer van dat soort conversaties, op luide toon gevoerd in huize Van Barneveld, opdat Dicks vrouw Buk dan eveneens kon meegenieten.

Mij rest de bittere plicht een ieder mee te delen dat ik de laatste partij tegen Dick, Dick van Barneveld, schaker gevestigd te Den Burg, etc. etc., heb verloren.
Het is voor een ieder die iets van schaken begrijpt eenvoudig niet te geloven, maar ……..het is waar.
Het is niet gegaan zoals Dick zelf steeds aankondigde, want al schoof ik hem na een onbegrijpelijk slecht gespeelde opening - ezelachtig natuurlijk, maar ik dacht mij alles te kunnen permitteren - een riante positie toe, die bleek niet aan hem besteed.
Toen hij de mogelijkheid op groot voordeel liet lopen, verloor ik werkelijk alle voorzichtigheid uit het oog, omdat ik hem domweg niet in staat achtte tegen mij beter te kunnen staan.
Ik speelde zeer snel en was er zeker van de stelling in mijn voordeel om te buigen waarna ik hem met twee verschrikkelijke lopers zou knippen en scheren.
Alles eigenlijk volgens plan en hoewel aan Dick te zien was dat hij d a c h t dat hij beter stond, was dat beslist niet waar.
Langzamerhand begon zelfs Dick enige nattigheid te voelen en hij mompelde tegen Rinus Vittali, die even bij ons bord stond te kijken, dat het jammer was dat hij "twee zetten had verwisseld", terwijl juist die verwisseling hem daarna onmiddellijk de partij in de schoot zou werpen.
Hoe het ook zij, nét nadat ik a tempo mijn koning naar f2 - als nuttig zetje - speelde, zag ik dat met mijn laatste zet ik een zware blunder had begaan: mijn lopers stonden op de vijfde rij beide onverdedigd en na Ta5 zou één van beide onverbiddelijk verloren gaan.
Dick verzonk vervolgens in een diep gepeins. Net toen ik hoop begon te krijgen dat hij zelfs dit blijkbaar niet zag dat hij onmiddellijk kon winnen, begonnen zijn oogjes ineens gevaarlijk te flikkeren. Er verscheen een onheilspellende gnuif over zijn tronie en vervolgens voerde hij demonstratief de zet Ta5 uit met een aplomb alsof hij het allemaal zo berekend had en dat hij lang voordien deze killing move al in de stelling had gevlochten.
Ik besloot de beker tot de bodem te ledigen en speelde nog even door.
Maar nu hij me eenmaal te pakken had, liet hij niet meer los.
Hij won zonder problemen.


Het is niet het verlies van een punt dat schrijnt.
Het is vooral dat ik nu niet meer kan beweren dat hij nooit van me zal kunnen winnen. Het is vooral dat de discussies en voorbeschouwingen tussen ons een ander karakter zullen hebben.
Dat hij zal kunnen aanvoeren: "Ho, ho, mannetje! Ben je soms vergeten….bla, bla ".
Ik heb verloren van Dick.
Ik heb het mezelf aangedaan.
De wereld is wat minder vrolijk geworden.

**************

PS: Wie deze afgrijselijke slechte partij wil naspelen kan dat doen op deze site, via het kopje Partijen

 

27/3/2007

Bron: website En Passant Texel

Dick van Barneveld (l) en Jaap Dros, tijdens een Visser en Hopmantoernooi.
Foto GdR