Echternacher open
Sinds 1994 wordt het Echternacher Open georganiseerd. Een tweedaags rapidtoernooi (45 minuten p.p.p.p.) dat door de jaren heen steeds sterker bezet is geworden. Ik was er nog nooit geweest en wilde er wel eens rondneuzen. Richard was er een jaar of tien geleden voor het laatst.
Alle goede bedoelingen van een lang weekend ten spijt, werd het uiteindelijk toch op zaterdagmorgen rond vijf uur het bed uit om voor tienen de verplichte registratiedeadline te halen aldaar in Luxemburg. De deelnemerslijst mocht er weer zijn en werd aangevoerd door Edouard, Feller, Friedman en Khenkin. Daaronder nog een berg best goede spelers en op plaats 19 stond ik en op 30 Richard. Een leuke uitdaging dus, maar eerst moesten we nog door een drie ronden dikke buffer van ‘makkies’. De moeilijker de makkies, des te beter trouwens, maar daar kom ik later nog op terug. Die van Richard was in ieder geval dusdanig in ronde 1 dat hij straalverloren kwam te staan en ook nog eens een berg tijd minder had. Maar zijn tegenstander had het maar moeilijk met al die weelde en begon slechte plannen met veel tijdverbruik te combineren. U raadt het al! Ik mocht tegen een Belg die wel met snode plannen aan de partij begon, maar ergens in het middenspel van het padje raakte.
In de tweede ronde was het mijn beurt om in de moeilijkheden te geraken. Terwijl Richard deze keer allang klaar was, had ik er met wit in het Schots een potje van gemaakt en ook aardig wat tijd verbruikt. Gelukkig bleek ik een kei in de zenuwenfase en maakte ik uiteindelijk toch nog een puntje toen mijn tegenstander door zijn vlag ging. Ronde drie was vermoedelijk de laatste opwarmer, een heuse fm op leeftijd! We kwamen daarmee beide op 3 uit 3, maar de kans dat we mekaar troffen was niet groot. Er deden in Echternach meer dan 300 deelnemers mee! Wel was ik al van 19 naar 17 gepromoveerd, dus er waren al twee slachtoffers gevallen.
In ronde vier promoveerde ik naar bord1! Jawel, daar werd gespeeld op mooie houten borden en het was een tafeltje op zichzelf, waar je vanaf bord 9 of zoiets op plastic borden speelde en ook nog eens iemand stijf naast je had zitten! Richard zat daar nog ergens tegen onze eigen Tanguy Ringoir te spelen. Richard had zwart, ik had wit. Ondanks dat Richard de opening niet helemaal vertrouwde, haalde hij er voor mijn gevoel toch een redelijk vlotte remise uit. Vlot, voor mijn gevoel, omdat ik nog bezig was, verder kreeg ik er niets van mee. De partij was verbazingwekkend. Na een wat gekunstelde opening greep mijn tegenstander, de als eerste geplaatste Romain Edouard met 2648 elopunten onder zijn belt, een uiterst vergiftigd pionnetje op b2. Ik kan de hele partij helaas niet meer opboeren, maar de openingsfase zag er zo uit:
Ik vond mijn f4 verdacht en moest door die hangende stukken flink in de denktank. Dat moest mijn tegenstander ook toen ik zijn 13…Lg4 met h3 beantwoordde. Ik kreeg hier het idee dat mijn probleempjes over waren en mijn tijdsachterstand ook. Zwart kan niet profiteren van de penning op de e-lijn en dus sta ik weer heel redelijk. De loper weer terug zetten lost gratis een ander probleem op, namelijk de dreiging van Pg4 die er ook steeds was. Hij sloeg en offerde a tempo een kwaliteit waar ik liever maar vanaf bleef. Pion naar d6 was wel zo veilig, het was toch een extra pion die hij nooit had teruggeslagen. Deze pion zou uiteindelijk een beslissende factor zijn. Typerend voor de partij was nog wel mijn 25 f6. Een zet waarvan ik al spijt had voordat ik hem uitvoerde. Maar te lang denken is ongezond en ik zag truukjes via Df5+, maar mijn mooie loper is wel geruineerd. Zo ging het steeds. Op Lxc5 (met dreiging Pg5+) offert hij gewoon een kwal op e4 en ik maakte me toch een beetje zorgen over wat ik dan overhield. Elke keer als ik hem weer op zijn rug had, dan liet ik hem weer een beetje terugkomen. En maar opstaan, die jongen. Hij had er een ‘air’ bij alsof hij alles gezien had! Welnu, uiteindelijk had ik toch mijn kwaliteit, maar ik had allemaal kwetsbare pionnen, inclusief nog steeds dat geblokkeerde kreng op d6. Maar toen maakte hij zijn laatste blunder. Onhandig manoeuvreren leverde een ruil op en een door mij promoverende pion die hij er ten koste van een stuk nog af kon slaan. Maar het was nog niet gedaan, ik had nu Toren en Paard, een dubbele g-pion en een c-pion. Edouard had a, b en c pion en een h-pion, maar alles stond bij mij onhandig en het moest allemaal wel in naar schatting een minuut of 2 geklaard worden. Plotseling ging het snel. De c-pion ging er af en voor zijn naar voren geschoven a-pion gaf ik gewoon mijn paard. Nu was de situatie op die damevleugel eentje waar hij nooit meer aan kon komen, namelijk de witte pion op c3 en de toren op c5. Zwart had zijn paard op a3 (daar had hij de mijne geslagen) en een pion op b5. Dat gepuzzel kostte hem weer een berg tijd, ik had hier nog een minuut ongeveer. Het was ook hier dat Tanguy en Richard remise hadden gemaakt. Richard zei dat ik nog een minuut had, vandaar J. Nu had Edouard stilaan ook nog maar een dikke minuut en hij besloot de pionnen maar te ruilen. Ondertussen vrat ik de h6 pion op en toen hij daar op tijd nog bij kwam om af te stoppen, ranselde ik zijn paard eraf. Hij had in de partij twee keer een kwaliteit geofferd, maar ik mocht de laatste! Die 40 seconden die ik nog had, achtte hij voldoende om het maar meteen op te geven.
Dus dat was wel leuk, eigenlijk had ik nu even vrij moeten hebben om wat stoom af te blazen, maar dat was nu eenmaal niet zo. Bovendien kelderde ik drie borden, naar bord 4! Ik mocht tegen de Duitse grootmeester Michael Hoffmann. Ik herinnerde me dat ik daar een keer een heel slecht vluggertje tegen gespeeld had. Ik kreeg wel voor de tweede keer op rij wit, dat leek me wel een voordeel. Richard kreeg een legendarische tegenstander. Met wit mocht hij tegen Ulf Andersson uit Zweden, de voormalige secondant van Jan Timman! En niet alleen dat. Ulf was in de jaren 70 en 80 een heuse wereldtopper! Richard schoof zijn legendarische opponent gestaag van het bord, maar moest het uiteindelijk toch doen met een ‘Ich habe glück gehabt’, nadat ze remise overeen waren gekomen. Mijn partij was het erover typen niet waard. Kansloos. In de opening trapte ik in een truukje nadat ik die zelf ook wel zag toen ik een zet a tempo had uitgevoerd. ‘Dus zo voelt walging’, dacht ik nog! Daarna was het nog een partij van niet kloppende truukje die wel steeds pionnen kosten en toen ik er uiteindelijk vier achter stond gaf ik er maar de brui aan!
’s Avonds keken we van achter een pul met daarin een liter bier naar een voetbalwedstrijd. Het zal u niet verbazen dat ik niet meer weet welke dat was. Een gezellig gebeuren, dat Echternach. Ze hebben ook prijzen voor clubs die veel deelnemers inschrijven en er is een camping dus schrijf de 24e editie vast in de agenda, zou ik zeggen. 3,5 uur rijden. Het zal volgend jaar ook omstreeks deze tijd zijn!
De volgende morgen wachtte er geen grootmeester. We mochten beide met zwart aantreden en deden dat met verve! Ik had het er niet makkelijk mee. Mijn tegenstanders hadden deze dag uitgezocht voor betonschaak. D4, Lf4, e3, h3, c3, dat was het wel zo’n beetje. Ik had wel wat voordeel, maar het kostte me veel tijd, hem inmiddels nog meer. Uiteindelijk probeerde ik het met een speculatief pionoffer, dat hij, terecht, aannam. Zijn koning kwam er wel mee op de tocht, op f3, maar mocht hij even lucht krijgen, dan stond hij zo weer veilig op h2. Ondertussen begonnen ze naast me te analyseren. Hard fluisterend! En na verzoek om dat op de gang te doen na een korte pauze gewoon weer lekker doorgaan. Zucht. Richard zou de fluisteraar een paar ronden later wel voor me terugpakken!
Allebei 5 uit 6, dus dan kon je weer aan de bak, leek het. Richard kreeg Lev Yankelevich van wie me bijstond dat dat een jong talent was geweest. Ook nog eens een toernooitje in Nederland gespeeld. Ik mocht weer aan bord vier en nu tegen Felix Levin. Daar had ik in mijn laatste HSG seizoen nog eens remise tegen gespeeld. Hij speelde toen voor landskampioen Voerendaal, tenminste, zij werden dat dat seizoen. Richard werd vrij snel opgeknoopt. Jammer, met twee verliespunten in vroeg stadium ben je wel uitgeschakeld voor de grote prijzen. Daar kom ik later op terug. Bij mij was het weer een bende. Ook deze heer ging nadat hij niet de scherpste voortzetting durfde te kiezen, richting de afgrond. En ik had nu ook nog eens de hele tijd meer tijd. En ik had zijn loper opgesloten, die stond op b8 tegen c7 aan te kijken, kostelijk! Toch wurmde hij zich los, maar ook toen was er maar eentje die superieur stond en dat was ik. Tot ik begon te knoeien. Pionnetje kwijt, kwal kwijt, maar ik had het loperpaar en een aktieve koning, alsmede een pion op c5, weliswaar gestopt door eentje op c6. Zwart’s paard stond op a4 en zijn loper passief op d7. Levin ging een pion op g3 slaan om daarmee een vrijpion te creëren. Voor mij was haast dus geboden. Eerder had ik al verzuimd middels een schaak op e5 de loper op d7 ten volle te consumeren. Dat besefte ik me toen ik al een andere zet had gedaan, dus dat neem je nog even lekker mee de uitvluggerfase in. Maar toen had ik het! Paard op a4? Loper op d7? Pb6! In your face! Zwart moet ruilen en daarna Lc8 doen, waarna ik die c-pion graai. De g-pion kon ik met mijn koning wel stoppen en mijn twee lopers hielden de koning voldoende bezig. Ik kon ook altijd een stuk winnen middels b7, maar ja, dan had ik geen pionnen meer en met twee lopers win je het niet van een toren. Remise dus, we hadden allebei nog een minuutje!
Nu kwam ronde 8 en die moest ik winnen om nog ergens voor in aanmerking te komen. Dat gold natuurlijk ook voor Richard. Richard kreeg die al eerder beschreven fluisterende buurman te verhapstukken. Deze man dacht ook nu weer lang na. Hij kreeg wel een dame voor toren en paard, maar Richard kon die stukken goed gebruiken om zijn ver opgeschoven vrijpion te ondersteunen. Even informeerde zijn opponent of ’10.2’ misschien al aan de orde was, een artikel dat zegt dat je remise kan claimen als je tegenstander geen winstpoging onderneemt, maar alleen maar je probeert door de vlag te rammen. Dit artikel was dit toernooi van kracht, maar het kwam in dit geval wel wat onnozel over. Enkele zetten later was het gebeurd, dat was dus 6 uit 8! Ik had ronde 8 uitgezocht voor mijn tweede ploeterpartij. Dat was weer zo’n opening als die ik net beschreef, maar nu tegen een betere tegenstander. In een poging de betonnen muur te slopen, ging ik wat te ver en nu kwam ik flink in de problemen! Wel zag ik in de verte wat remisekansen komen als hij een pion wilde winnen en naar een toreneindspel af zou wikkelen. Welnu, die pion wilde hij wel winnen, maar in zijn laatste minuut, ik had er nog wel twee, draaide hij wat zetten om en nu zag ik meteen dat zijn combinatie was gebaseerd op een onreglementaire zet. En die verliest tegenwoordig ook in rapid, al willen we daar bij het VIS. toernooi gelukkig niet aan! Zijn paard sloeg ik met schaak en alvorens het terug te slaan deed hij eerst even tussendoor een dameruil. Dat moest ook wel, daar had hij beter mee kunnen beginnen. Door dat schaak raakte hij de dame kwijt. Ik wees hem op dat schaak, Lxd6, wijst naar h2! Hij gaf het overigens meteen op.
Nu konden we allebei nog wel een prijsje pakken, ik zelfs een behoorlijk grote, maar daar was de tegenstander ook wel naar. Voormalig clubgenoot en landskampioen Igor Khenkin! Die staat veelvuldig vermeld op de erelijst van het evenement en met zo’n lekker hapje als ik zag hij zijn naam al wel weer in de headlines gloren! Ik had wel weer wit, maar ook dat zal hem geen zorgen hebben gebaard. Richard moest ook tegen een oude bekende: Gennady Ginsburg. Dat is een lokalo die in oktober vorig jaar nog eens klop kreeg in Skopje van onze eigen Peng! Met wit kreeg hij daar een Philidor te verwerken en werd hij kansloos opgebracht. Maar ja, Richard had geen zwart. Naar eigen zeggen niet best. Richard gokte op de winst maar zag zijn dame middels een geniepig Lc8 opgesloten worden. Het moest van mij gaan komen. Voor de derde keer met wit op bord vier! Tevoren vroeg mijn Belgische tegenstander uit de eerste ronde me nog of ik eventueel snel remise zou doen, maar ik had me voorgenomen daar niet aan te beginnen, ook niet als dat Khenkin zou worden. Winst leverde een goede kans op de gedeelde toernooiwinst op, al hanteerden ze het Hortsysteem, maar daar kom ik later op terug. Die Caro Kann van mij was niet best. Het was een katuitdeboomkijk Caro Kann, maar de kat was allang niet meer in de boom. Met kunst en vliegwerk voorkwam ik pionverlies. Nuja, de beoogde pion verloor ik wel, maar ik had er eerst tijdelijk eentje op c5 gehad en die liet hij nu staan. Dat was echt een mooie voorpost. Igor ging gokken met g5, zo’n zelfde dubieuze zet had Felix eerder ook all tegen mij gedaan, maar profiteren, ho maar! Toen ik uiteindelijk een Anishpaard op d7 had (zie Giri-Topalov, 24 juni 2015, te Noorwegen!) begon ik te denken dat ik gewonnen stond. En ik had ook ergens meer tijd, maar ik dacht ook ergens zeven minuten over een simpele zet na. De kracht van dat paard was dat het dreigend was en dat de zwarte koning niet via f8 of f6 kan naderen, daar had Topalov ook al zo’n problemen mee. En zijn paard had troubles, maar hij loodste het aardig in veilige haven. Igor had f en h pion, een aanvankelijk passieve toren en een paard op mijn onderste rij, die was aardig in de problemen. Toen de toren aktief werd, gaf Fridman na afloop al de eerste betere winstpoging aan. De switch naar b3, voor de pionnen uit. Dan gaat b7 eraf en a7 en had ik drie vrijpionnen, de onbeduidende op c2 was ik inmiddels kwijt. Ik deed a3 en b4 om te gaan promoveren. Ze ondersteunden mijn topper op c5! Maar in deze fase was ik erg onhandig. En de ongevaarlijke h-boer stond inmiddels op h5. Had hij die na mijn passieve Th3 op h4 gezet, dan had ik slecht tot verloren gestaan, al zaten we ook langzaam aan in de laatste twee minuten. Hij deed Kh6 en dat deed mij de pion op h5 gewoon slaan! Met schaak!. Igor schrok, sloeg mijn toren en raakte toen ook middels een familieschaakje de zijne kwijt! Nu hadden we allebei een paard, Igor een wat kreupeler dan ik zelf. Ik had ook lekkere damevleugel pionnen, op b5 en c5. Igor sloeg die van a3 eraf, zodat ik er eentje minder had. Igor had ook nog een f-pion, maar ik had mijn Anishpaard inmiddels omgespeeld naar d6, dat leek me wel een garantie voor remise, dat moest dan maar. Het was toch hier dat ik nog een heuse winstkans miste:
Wit: Kf2, Pd6 pi b5, c5
Zwart: Kg5, Pd4, pi f7, a7, b7
Ik speelde b6 en na a5 Pxb7 a4 Pa5 a3 b7 a2 b8D a1D Dg8+ Kf6 Dh8+ Ke6 bood hij remise aan wat ik niet echt kon weigeren. Klokslaan is niet helemaal mijn ding, dus aannemen maar, ik zag niet meer dan schaaks. Merk de koude kermis als zwart op het laatst Ke7 ipv Ke6 had gedaan. Dan had ik met een glimlach op het gezicht Pc6+ gedaan, remiseaanbod of geen remiseaanbod!
Maar nu even terug naar de diagramstelling, ik durf niet te zeggen of het gewonnen is, maar wel dat ik gewonnen had als ik hier Ke3 had gespeeld! Zowel mijn tegenstander als ik waren overtuigd dat zwart dan middels een paardruil gewonnen zou staan, maar het is juist wit die dan wint. Overigens denk ik dat na Ke3 Pxb5 mogelijk de witte koning nog voldoende problemen geeft om het mogelijk alsnog remise te maken.
Dus schaak, Ke4, Pxd5, cxd6, Kf6 en nu Kd5, tempodwang! En na a5 ruil je en Kc6, wit wint! Dat liet Daniel Fridman nog even zien, zijn tweede suggestie na de partij!
Sebastien Feller won het toernooi. Edouard was ook weer bij de koplopers, maar hij verdiende veel minder geld. Dat kwam door mij! Ik werd negende en dat kwam weer deels door Edouard! Hoe zat dat nou met dat Hortsysteem? Hier is de eindstand: http://www.desprenger-echternach.lu/index.php/nl/rangliste-nl
Ik ben negende geworden, net als de van onderen af opgeklommen Boidman. Ik had vier grootmeesters gehad, hij niet. Beide hadden we 7 punten. Het systeem is nu zo dat ik de negende prijs kreeg, die was 150 euro. Maar daarvan moest ik een gedeelte afstaan omdat dat nu door alle zevenpunters verdeeld werd. Daar deelde ik dan wel weer in mee. Uiteindelijk bleef er voor mij 130 euro over! Ik denk dat de nummer 18 wellicht iets als 20 euro heeft gewonnen. Dus het is zaak om met dit systeem van begin af aan bovenin mee te doen. Dat deed Edouard niet, die maakte na zijn nederlaag meteen nog een remise, steeds wegbenend. Had ik de slotronde van Khenkin gewonnen, dan was ik dus derde geweest! Wel vielen in ronde 6 en 7 aardig wat onbevochten remises bovenin. Dat was wat moeilijk te verklaren tijdens het toernooi, maar door dit systeem snap ik dat wel. Die mensen, bevobbeld Khenkin, Henrichs, die zouden met iedere tiebreak altijd hoog uitkomen! Je moet dan nog wel minstens op zeven uitkomen. Mijn nederlaag tegen Hoffmann kwam dus minder uit. En mogelijk scheelde het dat de makkies in de openingsfase moeilijk waren: 4,5 voor Bauwens, hij was erg tevreden. Mijn andere twee tegenstanders uit de eerste drie ronden hadden 5 punten, je kan zelf uitrekenen wat dat allemaal kan schelen!
Hier staan ze nog op een rijtje, ik weet niet of ze nog op de toernooisite komen:
Bauwens | 1727 | 1 |
Baeumer | 1960 | 1 |
Mossong | 2044 | 1 |
Edouard | 2648 | 1 |
Hoffmann | 2471 | 0 |
Limberg | 2120 | 1 |
Levin | 2530 | 0,5 |
Taddei | 2290 | 1 |
Khenkin | 2553 | 0,5 |
En ’s avonds weer net op tijd voor de tweede helft van een voetbalwedstrijd die ik ook alweer vergeten ben!
Hier nogmaals de eindstand met wie tegen wie speelde: link
Henk Vedder