EP5 veilig! (verslag)

2015-04-20

Index  < Vorige  Volgende >

Deze vrijdag 17 april speelde En Passant 5 de uitwedstrijd tegen DBC 2. Een cruciale wedstrijd, zeker nadat onlangs En Passant 4 tegen dat team met 2,5-5,5 verloor. Winst of gelijkspel betekende handhaving. Bij verlies en wat ongunstige andere uitslagen, zouden er echter zomaar matchpunten nodig kunnen zijn op 29 mei tegen het sterke Leusden 1. Dat zou wiskundig zo goed als onmogelijk zijn, maar daarover later meer.

Ongelukkig toeval leidde ertoe dat de oudste spelers van En Passant 5 zich allen moesten afmelden voor deze wedstrijd. Nou ligt de drempel voor "oud" in EP5 vrij laag, met een bouwjaar in de eighties zit je al ruim in de oudste helft. De wel aanwezige basisspelers waren van 1990 of later, dus wat extra ervaring (en vooral: een extra rijbewijs!) kon geen kwaad. Peter Frans Koelewijn, Rut Koelewijn en semi-invaller Mike Ruitenbeek waren gelukkig bereid om de opengevallen plaatsen in te nemen. 

Het bij elkaar krijgen van al die spelers was ook weer een uitdaging. Uit Bunschoten, Amersfoort, Utrecht, Apeldoorn, Duitsland en Indonesië moesten ze komen! Zonder vertraging ging dat niet, maar rond 19:45 waren we eindelijk compleet op de plaats van bestemming. We hadden ook niet eerder hoeven komen, want er was nog een jeugdwedstrijd bezig, waar we maar beter even op konden wachten. Geen enkel probleem, dat doen we graag. Het is ook niet zo dat we als EP’ers enig recht van spreken hebben, als het om “om tijd beginnen gaat”… wie stuurt er een keer een petitie naar de SGS, om altijd om 20:00 te mogen starten?

Bij het maken van de opstelling was de teamleider niet helemaal op zijn achterhoofd gevallen. Over het gehele seizoen bekeken krijgt iedereen grofweg even vaak wit als zwart. Maar dat wordt dan wel zo uitgemikt, dat in cruciale wedstrijden als deze de kleurverdeling zo optimaal mogelijk is. Dat komt er min of meer op neer dat de “hak-en-zagers” wit krijgen en de “schuivers” zwart.

Zaagmans

Als het gaat om “hak-en-zagers”, dan komt Rut zeker in aanmerking. Wee o wee, als hij je koning eenmaal in het vizier heeft. Dan moet je van goeden huize komen om de komende vloedgolf aan stukken van je af te houden. Reden voor een plek op bord 7, met wit dus. Vaak ligt zijn zwakke punt naast het bord: het blijven gebruiken van pen en notatieformulier is namelijk lastig als je helemaal in je partij opgaat. Deze keer was dat echter geen probleem, anders had er hieronder geen partijviewer gestaan! Zou dat een goed of juist een slecht voorteken voor de partij zijn?

Een positioneel probleempje

1-0 voor dus en een blik op de borden rond half 10 gaf reden voor voorzichtig optimisme. Op 1 en 2 stonden Rolf en ondergetekende zeker niet slechter. Dion op 3 was nog volstrekt onduidelijk met gesloten Dion-schaak, Thomas op 4 had een pion meer, de stelling van Peter Frans (5) zag er aardig uit en bij Mike (6) ging het zo te zien ook de goede kant op. Alleen Martmans (bord 8) stond slechter, hoewel het materieel gezien nog gelijk was. Hij worstelde echter met een positioneel probleempje, dat uit het onderstaande diagram (Martmans had zwart) wel aardig duidelijk wordt:

Aldus kwam de stand weer op 1-1:

Mike bracht Eppie Vijf weer op voorsprong. Na een gesloten 1. d4-opening speelde hij (met zwart) de strijd om het centrum beter dan zijn tegenstander. Dat leverde hem korte tijd later twee pionnen voorsprong op. Dat moet genoeg zijn voor een uitmelkpotje, maar dat bleek overbodig:

Een interessante, doch vrij zinloze statistiek: Mike’s vorige overwinning voor de externe was ook tijdens EP-Brimingham! Ruim een jaar geleden, bij Amersfoort 6 – EP5. Beter bekend als de avond waarop de henkregel definitief gedood en begraven werd. Het blijft wel zonde, dat we tijdens EP-Birmingham met het vijfde steeds op pad moeten. Volgend jaar eens kijken, of we dat indien nodig niet kunnen verzetten. Alhoewel, als Mike tijdens EP-Birmingham steeds wint…

Neerscheppen?

Ondergetekende was na een gesloten Siciliaan (schuifie-schuifie) langzaam maar zeker bezig om de tegenstander van het bord te gaan duwen. Mijn tegenstander vond rokeren niet nodig, daar moest toch wel een straf voor te bedenken zijn? De c-lijn kwam open en mijn zware stukken gingen richting zijn koning, terwijl de aanval van mijn tegenstander nergens toe leidde. Zwartspeler en toeschouwers rekenden op een vol punt...

Aldus liet ik met open ogen een eeuwig schaak-variant toe die ik nota bene gewoon gezien had. Ik dacht alleen dat ik eruit kon lopen, maar dat ging na 27…Db2? natuurlijk niet op. Een half punt verloren dus, dat zou wel eens een hele dure kunnen gaan worden. Ondertussen waren de zaken op wat andere borden namelijk enigszins de verkeerde kant op aan het gaan. Zou ik straks moeten neerscheppen (het tegenovergestelde van opscheppen, aldus RV) over het weggeven van dat beslissende halfje? Hoe anders voelde dat gewonnen halve punt tegen Hoevelaken!

Zwarte gaten

Een van die borden waar de zaken zuidelijk aan het gaan waren, was het bord van Thomas. Die had weliswaar een pion meer, maar ook hij had wat problemen. Ik heb zijn partij niet, maar uit mijn hoofd kan ik het idee van de stelling wel reconstrueren:

Ziedaar: een witte pion op h6, ongelijke lopers en open lijnen en diagonalen richting de zwarte koning. De zwarte velden rondom Kg8 zijn zo zwak dat je beter van zwarte gaten kunt spreken. Vooralsnog gaat alles nog wel, maar zodra wit een keer zijn dame op de lange diagonaal krijgt, kun je gaan douchen. Gevoelsmatig had Thomas een keer de f-pion moeten blokkeren met Lf5 (op f4 staat ie lelijk in de weg!) en dan indien nodig met f7-f6 de lange diagonaal blokkeren. Of dat plan ook mogelijk was geweest, ik heb geen idee. In de partij ging de witte f-pion er ook af, met nog een open lijn erbij werden alle dreigingen spoedig te veel: 2,5-2,5.

Denk niet aan de roze olifant!

De meeste partijen had ik vrijdagavond al weten te verzamelen. Allen niet die van Rolf (hij schrijft ze in het grote boek van Sinterklaas), Thomas (verliespartijen kun je beter verscheuren dan aan je broer geven) en Peter Frans. Toen ik laatstgenoemde via Whatsapp vroeg of hij hem misschien kon doorsturen, was zijn eerste reactie: “Wil je dat echt met die blunder Kxh2?”. Ja hoor, foutloze partijen heb ik in EP5 nog nooit gezien, dan valt Kxh2 niet op. Maar nu wel natuurlijk, nu gaat u zometeen in de viewer als eerste op zoek naar Kxh2. Net zoals u bij het lezen van de titel aan een roze olifant moest denken, ondanks de expliciete instructie om dat niet te doen. Of anders denkt u nu alsnog aan zo'n olifant. Dat is zonde, want los van die ene zet was het een prima pot:

De score van Peter Frans verdient zeker nog een extra vermelding: met 3 uit 3 is hij als invaller nog in de running voor de bordprijs! Thomas (3,5 uit 8) heeft slechts een halfje meer. Ook een andere invaller, Rut, heeft nog wel kansen met 2,5 uit 3. EP5 heeft veel te danken aan de supersubs dit jaar, dat moge duidelijk zijn.

Stand: 3,5-2,5 voor. Een halfje was genoeg, want met 4-4 waren we officieus ook wel veilig. Maar waar moest dat halfje dan vandaan komen? Helaas niet van het bord van Rolf. Lang stond hij prima en terwijl de partij richting een eindspel ging kwam hij een pion voor. Daarbij raakten alleen zijn stukken een beetje in de knoop, wat hem uiteindelijk zijn paard kostte. Wat overbleef was een loper en drie pionnen voor zijn tegenstander, tegen vijf pionnen voor Rolf. Met pionnen op beide vleugels is de loper echter ijzersterk, uiteindelijk zou het inderdaad ook een 0 op gaan leveren. Dan was er dus nog één bord over…

Zelfkastijding

Eigenlijk is schaken helemaal niet leuk. Je zit urenlang naar houtjes te staren en ermee te schuiven. Als je dan één keer per ongeluk verkeerd schuift, is die hele avond staren en schuiven voor niks geweest. Nou ja, zo mogelijk nog voor nikser dan dat zinloze gehoutjesduw anders zou zijn. De voortdurende wetenschap dat één verkeerde zet een hele avond (of weekend, of jaar) kan verpesten, is een vorm van marteling waar wij schakers ons regelmatig aan blootstellen.

Sommigen vinden deze vorm van marteling echter niet genoeg. Zij gaan houtjes zitten duwen waar niet alleen hun eigen avond, maar misschien wel het hele (schaak)jaar van het hele team van afhangt. Dat gaat dan uiteraard in zware tijdnood, levend op de 10 seconden increment. Eerst dacht ik dat het nog wel ging, maar de ‘0:22’ van Dion betrof seconden en de ‘0:22’ van zijn tegenstander minuten. En als dit nou de eerste keer zou zijn dat Dion in tijdnood om de matchpunten moet spelen, maar nee hoor. Volgens mij vindt hij het gewoon leuk!

Maar eens zien hoe het afloopt:

Oef! We zijn veilig! Maar “het had ook anders kunnen aflopen” is wel een understatement hier…

O ja, waarom het ook al weer wiskundig onmogelijk was dat wij de slotwedstrijd van Leusden zouden winnen? Omdat wij met EP5 alleen punten halen tegen de teams waar EP4 niet van wint. Ga maar na: De EP5-matchpunten kwamen van Zeist (EP4: 4-4) Hoevelaken (EP4: 4-4) en nu dus DBC (EP4: 2,5-5,5). Een curieuze statistiek. De knappe overwinning van EP4 op Leusden 1 van donderdagvond maakte ons dus op voorhand kansloos voor de slotwedstrijd, thuis op 29 mei tegen datzelfde Leusden. Maar gelukkig maakt dat niet meer uit!

DBC 2

-

En Passant 5

3,5-4,5

Jan van Lopik

-

Rolf van Dorst

1-0

Eric Onwezen

-

Jasper Reichardt

0,5-0,5

Boudewijn van Maanen

-

Dion de Graaf

0-1

F.P.M. Dujardin

-

Thomas Reichardt

1-0

Joop Faber

-

Peter Frans Koelewijn

0-1

Dirk van Kekem

-

Mike Ruitenbeek

0-1

Nolan Wijenberg

-

Rut Koelewijn

0-1

Jesse van der Spek

-

Mart Woudenberg

1-0

Wellicht heeft nu nog interesse in de stand (EP5 zesde! Wie had dat gedacht?) of het individuele klassement. Zes man strijden nog om de bordprijs. Dat wordt vechten om een laag bord (of überhaupt een bord), de 29e mei...

Jasper Reichardt