Update: Nu met verslag, dat ook verscheen in de Bunschoter van maandag 24-12.
De denkbiatlon is voor schakers en dammers de gezamenlijke afsluiting van het jaar. Zo'n dertig denksporters namen het in het Denksportcentrum van En Passant tegen elkaar om, strijdend om de titel ‘Beste denker van Bunschoten'. De titel werd voor de derde achtereenvolgende maal gegrepen door Dick de Graaf, die na zeven ronden al zijn tegenstanders te slim af was.
Arie van Diermen begon het toernooi goed door zowel met schaken als dammen van Bertus de Harder te winnen. Bertus heeft een zekere reputatie als beste schakende dammer, maar zijn tegenstander -die gewoonlijk schaakt - bleek ook meer dan verdienstelijk te kunnen dammen. Twee spannende partijen waren het resultaat, mede omdat degene die zijn ‘eigen' spel speelde ruim de helft minder bedenktijd had (3 versus 7 minuten). Arie won het schaken en wist bij het dammen zijn tegenstander door de vlag te jagen.
Na vier ronden stond Arie nog altijd bovenaan, gevolgd door Jacob de Graaf en Dick de Graaf. De onderlinge wedstrijden in de vijfde en zesde ronde brachten de beslissing. Dick de Graaf wist beide keren met 4-0 te winnen en bracht zichzelf daarmee alleen aan de leiding. In de laatste ronde moest hij alleen nog afrekenen met Robert Krouwel. Laatstgenoemde had nog nooit meegedaan aan de biatlon en meende "absoluut niet te kunnen dammen", maar haalde toch twee overwinningen en twee remises bij het dammen.
In de laatste ronde scoorde Robert één remise, maar dat was niet genoeg om Dick de Graaf van de titel af te kunnen houden. Gijsbert-Cor Heuveling wist Robert nog in te halen en eindigde op de tweede plaats, Robert werd derde. Op de vierde plaats eindigde Richard Vedder. Bij het schaken ging alles wel goed, maar juist bij het dammen tegen andere schakers - normaal gesproken zijn sterke punt - verloor hij te veel partijen.
Beste dammer van de avond werd Gerhard de Graaf, op de vijfde plaats. Hij had de pech dat hij na een goed begin alleen maar tegen sterke schakers kwam te spelen. Tegen dergelijke spelers valt er bij het schaken weinig te halen, zodat er nooit meer dan een gelijkspel in zit.
|
1 |
Dick de Graaf |
6,0 |
22,0-6,0 |
|
2 |
Gijsbert-Cor Heuveling |
5,0 |
20,0-8,0 |
|
3 |
Robert Krouwel |
4,0 |
18,0-10,0 |
|
4 |
Richard Vedder |
4,0 |
17,0-11,0 |
|
5 |
Gerhard de Graaf |
4,5 |
17,0-11,0 |
|
6 |
Arie van Diermen |
4,5 |
16,0-12,0 |
|
7 |
Gijs Huijgen |
4,0 |
16,0-12,0 |
|
8 |
Bertus de Harder |
4,0 |
16,0-12,0 |
|
9 |
Bashar Basil |
3,5 |
15,0-13,0 |
|
10 |
Jacob de Graaf |
3,5 |
14,0-14,0 |
|
11 |
Arie van den Hoogen |
3,5 |
14,0-14,0 |
|
12 |
Mike Ruitenbeek |
3,5 |
14,0-14,0 |
|
13 |
Alex van de Mheen |
3,5 |
14,0-14,0 |
|
14 |
Hans de Vries |
3,5 |
14,0-14,0 |
|
15 |
Jasper Reichardt |
3,5 |
14,0-14,0 |
|
16 |
Rick van Beek |
3,5 |
14,0-14,0 |
|
17 |
Laurents van Twillert |
4,0 |
14,0-14,0 |
|
18 |
Lucas Veldhuizen |
3,0 |
13,0-15,0 |
|
19 |
Ton van der Ploeg |
3,0 |
12,0-16,0 |
|
20 |
Aart de Jong |
2,5 |
12,0-16,0 |
|
21 |
Jeroen Gootjes |
3,5 |
12,0-16,0 |
|
22 |
Thomas Reichardt |
3,0 |
12,0-16,0 |
|
23 |
Arie Huygen |
3,0 |
12,0-16,0 |
|
24 |
Dion de Graaf |
2,5 |
11,0-17,0 |
|
25 |
Wim Beukers |
2,5 |
10,0-18,0 |
|
26 |
Levi Duijst |
1,0 |
5,0-23,0 |